Voormalige vennoten hoofdelijk aansprakelijk voor lease-schuld
Een vennootschap onder firma (vof) sluit een leaseovereenkomst voor een auto met een leasemaatschappij. Nog geen jaar later wordt de vof opgeheven en stopt de vof met het betalen van de leasetermijnen. De leasemaatschappij ontbindt daarop de leaseovereenkomst en stapt naar de kantonrechter om betaling te eisen van de voormalige vennoten.
De kantonrechter (rechtbank Overijssel) stelt vast dat beide vennoten hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de openstaande schuld, ondanks een onderlinge afspraak dat één van hen die schuld zou overnemen. Ook moet de auto worden ingeleverd en wordt aan één van de vennoten een dwangsom opgelegd voor het geval de auto niet op tijd wordt teruggebracht.
Hoofdelijk
De leaseovereenkomst was op naam van de vof gesloten, maar juridisch gezien zijn het de vennoten die gezamenlijk partij zijn bij het contract. Volgens artikel 18 van het Wetboek van Koophandel zijn vennoten hoofdelijk verbonden voor schulden van de vof. Dat betekent dat de leasemaatschappij ieder van hen kan aanspreken voor het volledige bedrag. Een onderlinge afspraak tussen de vennoten dat slechts één van hen verantwoordelijk zou zijn voor de lease, maakt dit niet anders. Zolang de leasemaatschappij niet met die afspraak heeft ingestemd, blijft het recht bestaan om beide vennoten aan te spreken, aldus de kantonrechter.
Ontbinding
De kantonrechter stelt vast dat de vennoten zijn tekortgeschoten in hun betalingsverplichtingen. De leasemaatschappij mocht de overeenkomst daarom rechtsgeldig ontbinden. Daarmee is ook het gebruiksrecht op de auto vervallen, en moeten de voormalige vennoten de auto teruggeven. Zij worden daartoe hoofdelijk veroordeeld: als één van hen de auto teruggeeft, is de ander van die verplichting bevrijd. De rechter verbindt aan deze verplichting een dwangsom voor de vennoot die de auto in het bezit heeft: hij moet € 250 per dag betalen als hij de auto niet binnen 72 uur na betekening van het vonnis teruggeeft.
Leasetermijnen
Tot slot worden beide vennoten hoofdelijk veroordeeld tot betaling van het niet-voldane deel van de leaseprijs en een deel van de schade die de leasemaatschappij heeft geleden door de ontbinding van de overeenkomst. Dit gaat om ongeveer € 9.500. De vennoten moeten samen uitzoeken hoe ze dat betalen.