Onduidelijk wie contractspartij waren bij pachtovereenkomst
Voordat de rechter uitmaakt welk soort overeenkomst partijen hebben gesloten, moet eerst worden vastgesteld welke partijen daarbij waren betrokken. In deze zaak stond dat helemaal niet vast.
Een man is eigenaar van twee percelen agrarische grond. Twee vennoten beweren dat deze percelen tegen betaling in gebruik zijn gegeven aan het melkveebedrijf dat hun vof uitoefent. Hierop heeft jongvee gegraasd, het gras is gemaaid en er is mest uitgereden. Voor dit gebruik werd een jaarlijkse vergoeding van € 1.000 betaald. Er is dus sprake van een pachtovereenkomst. Twee jaar hebben ze gebruikgemaakt van de grond, maar nu ontzegt de eigenaar hun de toegang. De vennoten willen met een procedure voor de pachtkamer (rechtbank Midden-Nederland) bereiken dat de pachtovereenkomst schriftelijk wordt vastgelegd. Volgens de grondeigenaar bestaat er echter helemaal geen overeenkomst.
Welke partijen
Voordat de pachtkamer toekomt aan de beoordeling van de vraag of een pachtovereenkomst is gesloten, moet eerst de vraag worden beantwoord tussen welke partijen afspraken zijn gemaakt over het gebruik van de grond. De vennoten vorderen namelijk vastlegging van een pachtovereenkomst met de vof als pachter. De grondeigenaar stelt geen zaken te hebben gedaan met de vof.
Kenbare hoedanigheid
Het antwoord op de vraag wie partij is bij een overeenkomst is afhankelijk van dat wat partijen over en weer hebben verklaard en uit elkaars verklaringen en gedragingen hebben afgeleid en mochten afleiden. Van belang is ook: de voor de wederpartij kenbare hoedanigheid en de context waarin partijen optraden.
Namens de vof
De vennoten hebben niet onderbouwd op grond van welke verklaringen, gedragingen of andere omstandigheden de grondeigenaar had moeten afleiden dat de vof zijn contractuele wederpartij was, en niet de twee vennoten in persoon. Vaststaat dat één perceel in 2021 door één van de vennoten aan de grondeigenaar is verkocht, daarbij was de vof geen partij. Deze vennoot heeft met de grondeigenaar na de koop mondelinge afspraken gemaakt over het gebruik van dit perceel. Dat hij daarbij optrad namens de vof is niet gebleken en ook niet dat hij de vof daarbij heeft genoemd. De vergoeding van € 1.000 heeft deze vennoot contant aan de grondeigenaar betaald, facturen zijn er niet.
Geen contractspartij
De pachtkamer kan er dus niet vanuit gaan dat de vof contractspartij is bij de met de grondeigenaar gemaakte afspraken. Daarom wijst de pachtkamer de vorderingen van de vennoten en de vof af. Aan de vraag of de gemaakte afspraken kwalificeren als pacht, komt de pachtkamer daarom niet toe.