Bestuurdersconflict tussen ex-partners leidt niet tot schorsing

De voorzieningenrechter waagt zich in deze zaak niet aan een ruzie tussen echtgenoten die samen een onderneming besturen. Nader onderzoek en bewijsvoering is nodig.

Een echtpaar, gehuwd in gemeenschap van goederen, ligt in scheiding. Beiden zijn voor 50% aandeelhouder en bestuurder van hun gezamenlijke onderneming. Sinds de vrouw bekend heeft gemaakt dat ze wil scheiden, loopt het binnen de onderneming niet goed. Het stel verwijt elkaar dat. De vrouw wil dat de man als bestuurder wordt geschorst. De man wil tot een bestuursreglement komen. De voorzieningenrechter van de rechtbank Zeeland-West-Brabant moet zich hierover in kort geding uitspreken.

Onhoudbaar

Volgens de vrouw is de situatie onhoudbaar geworden sinds de man, na een langdurige afwezigheid vanwege burn-outklachten, zijn werkzaamheden weer heeft opgepakt. Zijn terugkeer zorgt volgens haar voor chaos en conflicten. Ze stelt dat hij zich onvoorspelbaar gedraagt, klanten en personeel intimideert, en zonder overleg besluiten neemt. Ook zou hij opdrachtgevers benaderen om verklaringen tegen haar af te leggen, en zelfs de grootste klant hebben opgeroepen om facturen niet meer te betalen. De vrouw stelt dat dit gedrag de onderneming schaadt en dat zij als enige in staat is het bedrijf goed te leiden.

Buitenspel

De man bestrijdt dat hij zich ernstig misdraagt. Volgens hem heeft de vrouw hem sinds de echtscheidingsaankondiging volledig buitenspel gezet: hij krijgt geen toegang meer tot bedrijfsinformatie, zijn vragen blijven onbeantwoord en de wachtwoorden zijn gewijzigd. Hij betwist de beschuldigingen van intimidatie en zegt juist betrokken te zijn gebleven bij de onderneming. Hij stelt dat de vrouw de ontstane impasse zelf veroorzaakt en misbruik maakt van haar feitelijke machtspositie.

Verstoring

De voorzieningenrechter stelt vast dat de verhouding tussen de man en de vrouw ernstig is verstoord en dat dit een gezonde samenwerking binnen de onderneming belemmert. Maar er is volgens de rechter onvoldoende onderbouwing voor de zware maatregel van schorsing van de man als bestuurder. De beschuldigingen over en weer vereisen nader onderzoek en bewijslevering, waarvoor in kort geding geen ruimte is.

Bestuursreglement

Ook het voorstel van de man om met een bestuurdersreglement de samenwerking vast te leggen, wordt afgewezen. Volgens de rechter is de onderlinge verhouding zodanig verstoord dat een dergelijke regeling in de praktijk niet zal functioneren. Beide vorderingen worden daarom afgewezen en de man en de vrouw moeten van de rechter een andere manier vinden om uit deze impasse te raken.

ECLI:NL:RBZWB:2025:3338

Bron:Rechtbank Zeeland-West-Brabant | jurisprudentie | ECLI:NL:RBZWB:2025:3338 | 01-05-2025

Similar Posts